„Terugnemen op de boer, Jack in de box en STIFT."
Roep deze woorden in een meeting met 45 plussers en de kans is groot dat je minimaal de mondhoeken omhoog krijgt.
Want ze komen uit de - ook wat mij betreft - legendarische aflevering 'Stiften' van Jiskefets 'Debiteuren Crediteuren' . Absurdistische komedie, een grote TV-hit, oorspronkelijk uitgezonden ergens midden jaren '90. En bij mij weer top of mind door het nieuws dat de makers van Jiskefet (Michiel Romeijn, Herman Koch en Kees Prins) een Ere Zilveren Nipkowschijf kregen toegekend voor hun werk.
In de bewuste aflevering zien we hoe kantoorklerk Jos (Koch) zijn sullige collega Edgar (Prins) op onnavolgbare manier het kaartspel Stiften uitlegt. Edgar snapt er niks van. Maar wil zich niet laten kennen. Jos stelt voor direct te gaan spelen om geld. Edgar laat zich meevoeren. En raakt zo, lang verhaal kort, binnen no-time flink wat geld kwijt. („Zie je dat het door die snelle verdubbeling heel erg hard oploopt? Da's het leuke van dit spelletje").
Pijnlijk grappig.
Jiskefet wilde met 'Debiteuren Crediteuren' het kantoorvolk genadeloos op de hak nemen. Maar tot hun gruwel werden hun typetjes juist op die kantoren een gigantische hit („Goejesmorgens deze morgen!").
Ze zullen nóg meer gruwelen bij wat ik nu ga doen. En toch doe ik het: 'Debiteuren Crediteuren' verheffen tot lesmateriaal voor diezelfde kantoortypes.
Want het is niet alleen pijnlijk grappig. Maar pijnlijk herkenbaar. En dus kun je er lessen uit trekken.
Komt ie: wat je kunt leren van de uitlegscène uit 'Stiften' van Debiteuren Crediteuren:
1. Pas op voor The Curse of Knowledge
Ieder mens is gevoelig voor dit psychologische fenomeen: zodra iets voor jou duidelijk en vanzelfsprekend is, is het ontzettend moeilijk je voor te stellen dat het voor een ander niét duidelijk en vanzelfsprekend is.
Gevolg:
Jos kent het spelletje Stiften overduidelijk. Waardoor hij het veel te abstract en onduidelijk uitlegt:
„Dan kun je met die aas en die 9 natuurlijk terugspelen op de boer. Dan heb je een Beginstift. De eerste stift. Op dit moment is zwart de kleur die leidt.
Dus met deze boer ga je bij de 4 liggen. Dan heb je dus een Jack in de Box. En dan moet je op een gegeven moment zeggen: 'Elleboog op tafel. Stift!' En dan moet je besluiten of je je inzet…Gesnopen?"
Op dit moment is zwart de kleur die leidt. Dus met deze boer ga je bij de 4 liggen. Dan heb je dus een Jack in de Box.
Voor 'insider' Jos meer dan duidelijk. Voor 'outsider' Edgar is er geen touw aan vast te knopen. (Mocht je denken: „Ja, maar dat spelletje Stiften bestaat toch helemaal niet?" dan verwijs ik je door naar het moment dat Storm binnenkomt op 11:15.)
Het real-life kantoorequivalent is het veelvuldig strooien met jargon als 'API- koppeling' en EBITDA.
Het is de bron van veel miscommunicatie en frustratie („Snappen ze het nou echt niet of wíllen ze het niet snappen?").
Bij TV is mij daarom ooit geleerd „Schrijf je teksten zo dat een HAVO 5
scholier het ook begrijpt. Dan zit je goed".
Tip: pas dat principe ook eens toe in jouw communicatie.
Bonus: uit onderzoek blijkt dat mensen die complexe dingen simpel kunnen verwoorden als intelligent worden gezien.
2. Leer de kunst van het Interveniëren
Het pijnlijke aan de scène is dat wij als kijker zien dat Edgar het eigenlijk niet snapt……maar het niet durft te zeggen. En het gaat van kwaad tot erger. Want Jos heeft blijkbaar het empathisch vermogen van een stoelpoot, dendert door en binnen 3 minuten is Edgar ruim honderd (toen nog) gulden armer.
Had Edgar maar het vermogen gehad om op een duidelijke, niet-agressieve of niet-verwijtende toon aan te geven: "Ho, wacht even, ik voel me hier niet prettig bij."
Veel mensen worstelen daarmee in situaties waarin ze voelen dat de ander over hun grenzen gaan. Zo ook ik. Je uitspreken voelt dan vaak kwetsbaar, risicovol of escalerend. Dus hou je je mond.
Waarmee je jezelf (en uiteindelijk de relatie) juìst geweld aandoet. Totdat je echt niet anders kan en explodeert (dat gebeurt mij in ieder geval).
Welnu: interveniëren kun je leren. Daar is zelfs een format voor, een 3 trapsraket. Benoem:
1. Gedrag: „Jos stelt voor om direct om grote bedragen te spelen terwijl ik het spel nét ken." Hou dit feitelijk.
2. Gevolg: „Daardoor verlies ik nu snel veel geld." Hou ook dit feitelijk.
3. Gevoel: "Dat maakt dat ik me nu overrompeld voel en een beetje 'gepakt'."
Hou na het benoemen van je gevoel je mond en laat de ander reageren.
Let op: dit werkt alléén constructief als je in staat bent om dit op een neutrale (dus niet aanvallende of verwijtende toon) te zeggen.
Het is ontzettend ingewikkeld, maar o zo waardevol als je jezelf hierin traint. Oefen dit thuis.
3. Wees je bewust van het effect van Onder- versus Bovengedrag
Het doorwalsen van Jos en het passieve gedrag van Edgar staan niet op zichzelf. Doordat Edgar zich passief opstelt geeft hij Jos de ruimte om door te draven. En doordat Jos zo doordraaft maakt hij het voor Edgar lastig om tegengas te geven. Bovengedrag (Jos) lokt Ondergedrag (Edgar) uit en vice versa. Die wisselwerking leert De Roos van Leary ons.
Tip: als Edgar wil dat Jos meer rekening met hem houdt, dan zal hij meer bovengedrag moeten vertonen (bijvoorbeeld door een interventie, zie tip 2). Als Jos wil dat Edgar zich uitspreekt, dan zal Jos mínder bovengedrag moeten vertonen om Edgar meer de ruimte te geven.
Misschien is dit laatste inzicht nog wel het makkelijkst toe te passen.
Ben jij een leider of manager en vind je dat je mensen te weinig initiatief tonen? Mogelijk ben jij te dominant en druk je ze in een passieve houding. Let er eens op, vraag eens feedback en doe eventueel een stap terug. En laat je eens verrassen door de initiatieven die ontstaan („Sjesis!")
Of zoals Storm zou zeggen:
„Sylvester Stallone, een groot filmacteur, die kon uit stilstand 22 goeie ideeën
bedenken en uitvoeren. Dat hebben ze in een laboratorium onderzocht."
Jouw nu nog passieve teamlid kan dat misschien ook. Als je 'm de ruimte geeft.