Persoonlijke ontwikkeling

Journalist Gerben van Driel legt uit hoe je omgaat met journalisten

Gerben van Driel, presentator. Gerben van Driel
Gerben van Driel
Leestijd 6 minuten
Over de Expert:
gerben van driel
Gerben van Driel
Presentator, presentatie-expert

De sfeer is gespannen in het honk van motorclub No Surrender. De clubleden kijken me vuil aan. Of lijkt dat maar zo? Geen tijd om daar bij stil te staan. Ik heb grotere zorgen.

Het is 22 januari 2014 rond 20.10 uur. Over 2,5 uur word ik terugverwacht op de redactie van Powned. Met een afgemonteerd item. Voor de uitzending van dié avond. Alleen: de redactie zit in Amsterdam. En ik sta in de buurt van Emmen. Dat is 'een dingetje'. Ik heb nog 30 minuten. Dan moet ik écht gaan rijden. Alleen sta ik op dat moment met lege handen! Degene die ik moet interviewen is namelijk nérgens te bekennen…

Nederland is op dat moment in de ban van de rivaliteit tussen vermeende criminele motorclubs Hell's Angels, Satudarah en No Surrender. En mijn target, motorclubbaas Henk Kuiper, is met zijn volledige 'chapter' van 100+ leden overgestapt vàn Satudarah naar No Surrender. Zeer ongebruikelijk. En om het nog ongebruikelijker te maken: hij wil zijn transfer zowaar toelichten in de media. Vanuit zijn clubhuis.

Ik begrijp nog steeds niet waarom. Maar wat ik op dat moment wel begrijp is dat ik over nog maar 25 minuten in de auto moet zitten. Met een uitzendwaardig, dus scherp interview. Dat moét. Omdat er geen ander item op de plank ligt. Als ik faal hebben we een gat van 3 minuten in de uitzending. En dat is simpelweg geen optie.

Lees ook: Is er echt iets te leren van Debiteuren Crediteuren? Gerben van Driel denkt van wel

„Je kunt Kuipers 1 op 1 interviewen." De redacteur had het me nog zó bevestigd. Cruciaal, want zonder scherp 1 op 1 interview geen Powned-item. Maar ja, geen Kuipers dus! Wel heel veel àndere pers. Die mijn probleem weldra een stuk groter zullen maken.

5 minuten later zwaait er ineens een deur open: daar is ie! Een split second ben ik opgelucht. Maar dan nodigt Henk alle aanwezige journalisten tegelijk uit in zijn kamer. En ik sta het verst weg. Tegen de tijd dat ik op de drempel sta is de kamer al propvol.

Ik sta achteraan in schier kansloze positie. Tussen de gestalten door vang ik slechts een glimp van Kuipers op. Hij praat. Camera's draaien. Microfoons worden erbij gehouden. Iedereen haalt zijn quotes. En Van Driel? Helemaal niéts! IK. BEN. DE. LUL!!!

Achteraf zou het mijn finest hour worden. Al zeg ik het zelf. Mijn beste interview ooit in dienst van Powned (2013-2015).

Ik moest er een tijdje terug weer aan denken toen ik een boeklancering presenteerde. Van Machteld Kooij. In mediakringen beter bekend als Het Geheime Wapen van Hilversum. Ze traint presentatoren en verslaggevers. Waaronder mij destijds. Haar meest recente boek heet De vraag die je vreest.

Bindende leestip voor iedereen die de media te woord staat. En voor mij de trigger om me eens af te vragen: wat zouden nou mijn 3 tips zijn over hoe je om moet gaan met bijdehante journalisten?

Komt ie:

Tip 1: Kill them with kindness

De bijdehante journalist komt op bezoek. Ontvang hem of haar met alle egards. Biedt een kop koffie aan. Denk mee over wat een goeie plek is om het interview te doen. Kortom, wees een voorbeeldig gastheer of gastvrouw.

Waarom?

Als jij heel aardig bent, wordt het voor de gemiddelde journalist een stuk lastiger om nog een eikel te zijn.

Omgekeerd: als je afstandelijk of moeilijk gaat doen zal het de journalist juist (nóg) minder moeite kosten je stevig aan te pakken.

De volgende tip helpt daarbij.

Tip 2: Pas op voor vooroordelen!

PowNed had destijds een geduchte reputatie dankzij 'hard-hitters' als Rutger Castricum, Danny Ghosen en Tom Staal. En dat straalde ook op mij af. Ik kan u vertellen: dat is een aparte gewaarwording.

Mensen die mij goed kennen zullen mij namelijk omschrijven als easy going. En zo zat ik als verslaggever doorgaans ook in de wedstrijd. Maar omdat ik toevallig een roze microfoon had, schoot men regelmatig al in de stress voordat ik überhaupt een vraag gesteld had. Dan werd men vijandig. En dat is dan weer niet handig (zie tip 1).

En ook vaak onnodig. Ik wilde gewoon een leuk item maken. Beetje schurend. Beetje prikken. Met humor. En dan zo snel mogelijk weg. Er moet immers nog gemonteerd worden.

Ga er dus niet op voorhand van het allerslechtste uit. En vraag jezelf af: waar gaat het over? Waar zijn ze naar op zoek? Speel daarop in. Dan ben je ook snel weer van de journalist af.

Combineer dit met tip 1 en je staat op voorhand redelijk sterk.

Zelfs Castricum kon moeilijk vervelend doen tegen Alexander Pechtold. En Eldert Dijkgraaf werd zelfs vriend van de show. Ze wisten wat de verslaggevers zochten. Speelden dat spel ontspannen mee. En hadden zelden last.

Zo kan het ook voor jou werken. Tenzij Zembla belt. Of het antwoord op de volgende vraag 'Ja' is!

Tip 3: Vraag jezelf af: schuurt het ergens?

Zonder wrijving geen glans. Informatie sneuvelt in de montage. Controverse haalt de uitzending.

Vraag jezelf dus op voorhand af: ben ik of de organisatie érgens controversieel. Kunnen ze me pakken op een tegenstrijdig? Want 10 tegen 1 dat dààr op ingezoomd wordt. En dat is waar motorclubbaas Henk Kuipers (gelukkig voor mij) onvoldoende rekening mee had gehouden…

Onderweg naar Emmen had ik 2 uur de tijd gehad om na te denken hoe ik een scherp Powned-item zou kunnen maken. Puur verbaal vanuit het niets provoceren, dat was niet mijn ding. Noch mijn kwaliteit. Iets met easy going.

Ik had dus echt een inhoudelijk haakje nodig. En godzijdank vond ik dat. De crux: motorclubs werden gezien als criminele organisaties. Zijzelf beweerden natuurlijk het tegendeel. Maar mijn redenering:

„Als die motorclubs inderdaad gezelligheidsclubs zijn: waarom stap je dan met 100 man over van de ene naar de andere? Dan ga je toch lekker zelfstandig verder?"

Uit een voorinterview met misdaadjournalist John van den Heuvel begreep ik dat dit geen optie was. Satudarah tolereerde geen deserteurs. Zonder No Surrender zou Kuipers een groot probleem hebben. Maar dat kon Kuipers natuurlijk nooit zeggen. Want dan zou hij toegeven dat het allemaal geen frisse bedoening was. Daar had ik hem dus potentieel klem.

Nog maar 10 minuten. Het is nu of nooit! En het moet in 1 keer goed. Extra druk op de ketel. Met de moed der wanhoop wrong ik me naar voren. Wurmde me naast Henk. En opende 'de aanval'.

Was het interview perfect?

Het enige waar ik echt van baal als je het item terugkijkt is dat ik op 2.42 niet op het woord 'Calippo' kon komen. Maar buiten dat: scherp, strak, in één keer goed. Mission accomplished!

Niet vanwege de maatschappelijke impact. Een soundbite uit mijn interview haalde diezelfde avond de uitzending van NOS Met het oog op morgen. Maar daar bleef het bij. Het item ging niet viraal. En een verbod op outlaw motor clubs kwam er geen seconde door dichterbij.

Maar ik was op tijd terug in Amsterdam. Met dat item. Tot grote opluchting van de eindredacteur. Het ging direct de lucht in. En achteraf waren de complimenten niet van de lucht. Voor de poorten van de hel weggesleept. Alsof ik in blessuretijd van een cruciale wedstrijd de winnende goal in de kruising had geschoten.

Zelden voelde ik mij euforischer.

Lees ook: Gerben van Driel: 'Hoe Improvisatietheater je helpt innovatiever te worden'

Ontvang elke week het beste van BusinessWise in je mailbox. Schrijf je hier nu gratis in: