Techvisionairs als Elon Musk en Sam Altman dromen van een wereld waarin AI-technologie elk onderdeel van ons leven makkelijker en aangenamer maakt. Een wereld waarin je koelkast precies weet dat je vrijdagmiddag waarschijnlijk een extra koud biertje wil drinken uit je werk, en vast een nieuw sixpack bestelt als je net je laatste blikje hebt gedronken.
Dat klinkt geweldig. Maar hoe aangenaam leven we echt in een wereld waarin duizenden 'intelligente gebruiksobjecten' elke beweging die we maken met aandacht volgen? Waarin elke actie nieuwe data genereert, waarmee onzichtbare AI- platformen onze complete 'life experience' nog verder proberen te optimaliseren – waarschijnlijk vanuit talloze slimme verdienmodellen?
Dat zijn vragen waar Iskander Smit regelmatig over nadenkt. Als een van Nederlands meest interessante en oorspronkelijke techvisionairs werkt Smit al decennia op het snijvlak van innovatieve technologie en mensgericht, verantwoord design. En is hij drijvende kracht achter veel interessante organisaties en events, zoals het ThingsCon 2025 Amsterdam-event van komende vrijdag.
„ThingsCon ontstond ruim 10 jaar geleden als Europese conferentie over de toekomst van hardware, connected devices en IoT", vertelt Smit. „Het is uitgegroeid tot een wereldwijde gemeenschap, met onder meer veel aandacht voor de wijze waarop AI-technologie verschuift van puur digitaal naar de fysieke wereld. Met als belangrijke vraag: hoe zorgen we dat iedereen daar beter van wordt, inclusief en met respect voor de omgeving?"
Tekst gaat verder onder het kader.
ThingsCon
Op vrijdag 12 december a.s. organiseert ThingsCon de conferentie TH/NGS 2025 in het nieuwe CRCL PARK op het Amsterdamse Marineterrein. Het thema dit jaar is RESIZE < REMIX < REGEN: een pleidooi voor kleinschalige, herbruikbare en regeneratieve technologie als tegenwicht tegen technologisch gigantisme en extractie.
Keynote Speakers:
Usman Haque & Ling Tan (HaqueTan) openen met nieuwe inzichten in participatieve stedelijke technologieën, cross-species deliberatie en community-gedreven klimaatactie.
Matt Jones (Miro) sluit af met een reflectie op de historische pendelbeweging tussen "big tech" en "small tech", met 20 jaar ervaring van BERG tot Google AI en nu als Head of Design - AI bij Miro.
Simone Mora (MIT Senseable City Lab) presenteert twee MIT-projecten: Octopus (low-cost platform voor community-milieumonitoring) en Tiny Tracker (biologisch afbreekbaar systeem voor afvalstromen).
Je hebt het in je onderzoek en publicaties regelmatig over 'generative things'. Wat zijn dat precies?
„Het begrip 'generative things' hebben we vorig jaar bedacht als gedachte-experiment. Wat betekent het als fysieke objecten dezelfde generative AI-capaciteiten krijgen die we nu in AI-gestuurde chatbots zien? Denk bijvoorbeeld aan robots die eten afleveren of zorgen voor ziekenhuispatiënten, maar bijvoorbeeld ook straatlantaarns die alleen aan gaan als er iemand langskomt."
„Objecten dus die kort gezegd kunnen reageren op vragen en opdrachten, maar ook zelfstandig kunnen nadenken en beslissingen nemen. De vraag is dan: hoe autonoom worden die objecten, oftewel: hoeveel 'agency' krijgen ze? Wat gebeurt er als dingen hun eigen pad gaan bewandelen, eigen doelen hebben en beslissingen nemen? Dan ontstaat een fundamenteel nieuwe relatie tussen mensen en objecten. Ze worden geen gereedschap meer, maar een soort partners waarmee je samenwerkt."
Je waarschuwt dat we de regie hierover als maatschappij niet moeten verliezen. Waarom?
„Je ziet nu al dat de grote Amerikaanse tech-bedrijven een grote voorsprong nemen bij het invullen van dit soort mogelijkheden. Dat betekent zeer waarschijnlijk dat de focus grotendeels gaat liggen op individuele diensten voor betalende klanten. Hoewel daar op zich niets mis mee is, zie ik veel liever dat we onze openbare ruimte inrichten op een manier die veel meer is gericht op de belangen van het collectief."
„Dat betekent dus ook dat we als maatschappij het eigenaarschap van die ontwikkeling moeten claimen. Dat we samen bepalen welke mogelijkheden er beschikbaar komen, welke eisen we daaraan stellen, welke modellen we gebruiken, wie de resulterende data beheert en waar. We moeten dan eerst nadenken over wat voor leven we willen. Welke gevoelens we willen ervaren in ons dagelijks bestaan, en wat AI- en gerelateerde technologie daar precies aan kan of moet bijdragen."
Met welke concrete stappen kunnen we de invloed van grote tech-bedrijven te beperken?
„Het omarmen van open source modellen kan hierbij zeker van groot belang zijn. In tegenstelling tot de gesloten modellen van Big Tech gaat die aanpak immers juist uit van het collectief. Ik verwacht niet dat iedereen direct gaan vibe coden, maar wel dat mensen hun eigen tools maken om weer andere tools te maken. Ik kan me voorstellen dat we een soort extra laag op functionaliteiten krijgen waarmee je zelf dat laatste stukje kunt invullen dat het beste bij jouw persoonlijke behoeftes past."
„Tegelijk kunnen we als collectief ook meer regie pakken op de wijze waarop AI-modellen en toepassingen met ons omgaan. Dat kan bijvoorbeeld via zogenaamde system cards. Dat zijn de 'basisinstructies' die ontwikkelaars meegeven aan AI-modellen over hoe ze zich moeten gedragen. Het is een soort grondwet die in het systeem is ingebakken, zodat je niet elke keer opnieuw hoeft uit te leggen wat wel en niet kan. Anthropic deelde daarover bijvoorbeeld heel interessante informatie."
Kun je een voorbeeld geven van een meer op het collectief gericht 'AI-ecosysteem'?
„Een paar studenten ontwikkelden een in fietsen verwerkte oplossing voor mensen die zich onveilig voelden als ze 's avonds alleen naar huis moesten fietsten. Het systeem kon proactief andere fietsers in de buurt identificeren die dezelfde kant op moesten, en voorstellen om samen op te rijden voor meer veiligheid. Het hoeft dus niet altijd heel futuristisch of high tech te zijn, maar kan juist heel praktisch en dichtbij zijn. Zoals een fiets die meedenkt over je veiligheid."
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
„Zelf ben ik ook enthousiast over Schoonschip. Bij dat project delen vijftien woonschepen hun energie via een slim systeem. In plaats van alleen naar de laagste prijs te kijken, kunnen de deelnemers ook afspraken maken over voorrang voor duurzame energie, solidariteit met bewoners in financiële knel, het vermijden van piekmomenten om netbelasting te verlagen en het optimaliseren van lokale energieopslag. De technologie maakt dit mogelijk, maar de community bepaalt de waarden."
„Dat is fundamenteel anders dan bijvoorbeeld Uber: een platform dat volledig focust op winstmaximalisatie. Dát is het verschil waar we over na moeten denken. Als je thermostaat, auto of bezorgrobot straks zelfstandig beslissingen neemt over energie, routes of leveringen, volgens welk protocol of economisch model opereren ze dan? Volgens het Uber-model van individuele optimalisatie? Of volgens een model waarin ook collectief welzijn, milieu-impact en sociale cohesie meetellen?"
Hoe zou je zo'n model waarin de collectieve aanpak centraal staat willen vormgeven?
„We experimenteren bijvoorbeeld met de combinatie van protocol en civic economies. Protocol economies zijn systemen die draaien op automatische, gedecentraliseerde regels. Denk bijvoorbeeld aan de Bitcoin: niemand bepaalt de koers, het systeem regelt zelf wie wat heeft en wie met wie handelt. Het protocol, oftewel de automatische regels, is volledig vastgelegd in de technologie zelf."
„Een civic economy is eigenlijk het tegenovergestelde van puur op winst gericht ondernemen. Het gaat om economische activiteit waarbij je vooral kijkt naar wat goed is voor de gemeenschap, voor de buurt, voor de samenleving. Door de civic en protocol-aanpak te combineren gebruiken we automatische, transparante systemen van de protocol economies, maar laten we die aansturen op gemeenschapsdoelen in plaats van op individuele winst."
„In 'normale' markten tellen veel aspecten van een product bijvoorbeeld niet mee in de prijs. Als jij een goedkope hamburger koopt, zie je bijvoorbeeld niet de CO2-uitstoot van de veeteelt, of de vele slingerende verpakkingen in je buurt. De snelle groei van onze intelligente omgeving maakt een systeem mogelijk waarin die effecten vanaf het begin wél meetellen. Niet achteraf gecorrigeerd door de overheid, maar ingebakken in hoe het systeem werkt. Waarin technologie niet het doel is, maar menselijke samenleven ondersteunt en versterkt. Dát vind ik een heel inspirerende toekomst."
Lees ook: Betalen Nederlandse beleggers en pensioenfondsen straks de rekening van de AI-bubbel?
Iskander Smit is een Nederlandse ontwerper en innovatie‑strateeg die zich richt op de impact van Internet of Things, AI en 'intelligente dingen' op het dagelijks leven en de stad. Hij geldt als een van de prominente stemmen in de Nederlandse ontwerp- en tech scene op het gebied van mensgericht en verantwoord technologie‑ontwerp.
Hij is founder en voorzitter van de Cities of Things Foundation, voortgekomen uit een TU Delft Design Lab, waar hij met partners en steden onderzoekt hoe 'things as citizens' – autonome, verbonden objecten – onderdeel worden van het stedelijk ecosysteem. Via Iskandr.nl publiceert hij wekelijks een nieuwsbrief waarin hij toekomstverkenning, human‑technology relations en human‑AI‑samenwerking onderzoekt, met speciale aandacht voor robotica, augmented intelligence en alledaagse technologie.
Als initiator en voorzitter van ThingsCon Amsterdam bouwde Smit vanaf 2014 aan de Nederlandse tak van de internationale ThingsCon‑beweging, met conferenties en salons rond verantwoord IoT en 'good tech'. Hij cureert programma's, nodigt ontwerpers, onderzoekers en bedrijven uit en gebruikt het platform om niet alleen nieuwe technologie te tonen, maar vooral de maatschappelijke en ethische consequenties te bespreken.
Ontvang elke week het beste van BusinessWise in je mailbox. Schrijf je hier nu gratis in: