Een vreemde eend in de bijt. Dat was Leo Beenhakker, onlangs overleden op 82-jarige leeftijd. Voor wie onze recente voetbalhistorie niet machtig is: Beenhakker was coach van onder meer Feijenoord, Ajax, Real Madrid en het Nederlands elftal. Iemand die in een kort rijtje van bekende en succesvolle trainers thuishoort, ergens tussen Guus Hiddink en Dick Advocaat. Wat hem bijzonder maakte, was zijn stijl van communiceren. Daar kunnen veel leidinggevenden nog wat van leren. Laat ik er vijf punten uithalen en in het zonnetje zetten, ter ere van de communicator Leo Beenhakker.
LEES OOK: Sander Schaepman over 'speedbacken': 'Verbinding ontstaat niet vanzelf, dat moet je organiseren'
1. Blijf met beide benen op de grond staan
In een omgeving vol emotie, met mensen die op het ene moment euforisch zijn, om een week later tegen een depressie aan te leunen, bleef Beenhakker altijd rustig. Relativeren was hem met de paplepel ingegoten. Er was geen voetbaltrainer die op een persconferentie zo mooi en diep kon zuchten, of een lange stilte na een vraag kon laten vallen. Waarmee de vraag eigenlijk al meteen in perspectief werd geplaatst. Tegelijkertijd was hij ad rem, had hij gevoel voor humor en speelde hij het spel met de media met verve. Beenhakker was kleurrijk in een voetbalwereld waarin grijs steeds meer de dominante
modekleur is geworden. Hij begreep bovendien dat journalisten een belangrijke rol te vervullen hebben, als intermediair naar het grote publiek. Het dedain voor de media, dat je vandaag de dag zo links en rechts steeds nadrukkelijker ziet opduiken, was hem vreemd.
2. Zeg niet wat je niet vertellen gaat
Het grootste debacle uit zijn carrière was het WK van 1990. Ruud Gullit, Marco van Basten en Ronald Koeman - de sterren van het Nederlands elftal, die twee jaar daarvoor Europees kampioen waren geworden - lieten Beenhakker in de steek. Na enkele waardeloze wedstrijden en een vroege uitschakeling tegen Duitsland, kon de bondscoach zijn teleurstelling nauwelijks bedwingen.
Het contact met de spelers was moeizaam en eigenlijk al op voorhand getroebleerd, omdat hij niet de eerste keus was als bondscoach. De tegenwerking achter de schermen zat hem hoog. Tegen de media zei hij, na de verloren wedstrijd tegen Duitsland, dat hij daar op een later moment nog wel opzou terugkomen. Een zeldzame uitglijder. Want zeggen dat je iets weet zonder daar verder op in te willen gaan, is een communicatieve doodzonde. Iets wat hij zich naderhand terdege zou realiseren.
3. What happens in Vegas stays in Vegas
Na dat beruchte WK van 1990 kreeg Beenhakker nog eindeloos vaak de vraag voorgelegd wat er nu werkelijk achter de schermen was gebeurd. Wat was precies de rol van Johan Cruijff geweest? Welke hand had Rinus Michels in het hele proces gehad? Had hij die onmogelijke missie niet op voorhand
moeten weigeren, omdat hij wist dat de belangrijkste spelers hem niet wilden?
Vragen die hij allemaal over zichzelf had afgeroepen. Maar zijn straatwijsheid keerde terug en gebruikte hij als vanouds als zijn kompas. Hij heeft er nooit meer zijn licht op laten schijnen. What happens in Vegas stays in Vegas. Of zoals Beenhakker dat zei, zijn ervaringen zaten goed opgeborgen in verhuisdoos 13. Een wijze les voor iedere leidinggevende die denkt dat transparantie zaligmakend is.
4. Leidinggeven gaat over communicatie en goed met mensen kunnen omgaan
Als het succes van Beenhakker als trainer ergens op gestoeld was, dan was dat wel op zijn manier van met mensen omgaan. Hij zocht de dialoog met spelers, en daarvoor moet je mensen kennen en mensenkennis hebben. Dat had hij. Als communicator was hij nieuwsgierig en empathisch, je zou bijna zeggen tactisch empathisch. Met als doel om iemand individueel beter te maken, in het belang
van het team.
Goed met mensen kunnen omgaan is voor elke leidinggevende de sleutel tot succes. In de kern doe je als CEO of andere bestuurder de hele dag weinig anders dan continu communiceren. Ik zou graag gezien hebben hoe Beenhakker vandaag de dag zou omgaan met een speler als Noa Lang. Zo'n
getalenteerde druktemaker, die het eigenbelang regelmatig boven het teambelang stelt. En daarmee de meeste mensen (inclusief zichzelf) lelijk in de weg kan zitten.
LEES OOK: Nadia van der Vlies: 'Managers hebben vaak een grote mond, behalve waar het echt nodig is'
5. Maak het zakelijke niet persoonlijk
Aan het eind van zijn carrière vertrok Beenhakker op een ronduit vervelende manier bij Feijenoord. De club waarop hij als Rotterdamse straatjongen altijd verliefd was en bleef. Hij trok zich dat ongepaste afscheid bovenmatig aan. Waarmee we de vijfde les te pakken hebben die iedere leidinggevende van Leo Beenhakker kan leren: maak het zakelijke niet persoonlijk. Of misschien wel
beter gezegd: neem niet persoonlijk wat niet persoonlijk is.
Het was een les die aan Leo Beenhakker zelf niet besteed was. Hij keek steeds meer om in verbittering. En dat is niet hoe je wilt dat iemand aan het eind van zijn leven terugkijkt. Juist daarom raakte het me om in het AD te lezen hoe zijn leven eindigde. Alleen. Eenzaam ook. En in stilte. Sjoerd Mossou schreef het pijnlijk mooi op: "Beenhakker raakte geïsoleerd in het nu en verloren in het
verleden."
Ontvang elke donderdag het beste van BusinessWise in je mailbox. Schrijf je hier gratis in: