Filantropen. Ze vragen zich af: wat is de beste manier om te geven? Aan wie moet ik geven? En misschien wel het belangrijkst: waarom geef ik? Vijftien jaar geleden publiceerde ik (Dambisa Moyo, red.) Dead Aid: Why Aid Is Not Working and How There Is a Better Way for Africa. In dit boek betoogde ik dat overheidssteun vaak schadelijk is voor de landen die het bedoeld is te helpen, in plaats van economische groei te stimuleren. Sindsdien vragen filantropen me regelmatig om advies over hoe ze hardnekkige problemen zoals extreme armoede of klimaatverandering kunnen aanpakken.
Twaalf cruciale vragen
In deze geefperiode zouden donateurs zichzelf twaalf cruciale vragen moeten stellen over hoe, waar en waarom ze willen geven.
1. Wat motiveert u?
Wilt u vreugde verspreiden, bijvoorbeeld door kunst te ondersteunen, of wilt u lijden verlichten door hulp te bieden aan gemeenschappen die getroffen zijn door oorlog of natuurrampen? Beide benaderingen zijn essentieel en waardevol.
2. Hoe gebruikt u uw tijd en financiële middelen effectief?
In een wereld vol concurrerende behoeften draait het niet alleen om hoeveel we geven, maar vooral om hoe we dat doen. Overweeg bijvoorbeeld een filantroop met $100 miljoen. Als dit volledig aan onderwijs wordt besteed, kan dit leiden tot beter uitgeruste scholen, maar blijven andere obstakels, zoals slechte gezondheid of gebrek aan transport, onopgelost. Een slimme verdeling van middelen over verschillende initiatieven kan effectiever zijn.
3. Beslist u zelf of delegeert u aan een organisatie?
De keuze tussen het oprichten van een eigen stichting of het steunen van een bestaande organisatie brengt voor- en nadelen met zich mee. Het zelf beheren geeft meer controle, maar kan op termijn leiden tot bureaucratische uitdagingen.
4. Wat is uw tijdshorizon?
Wilt u direct resultaat zien of bent u bereid om jaren, misschien zelfs decennia, te wachten op tastbare resultaten? Sommige doorbraken zullen u mogelijk pas na uw leven bereiken.
5. Welke impact wilt u maken?
Wilt u uw middelen breed inzetten of focussen op een enkel, ambitieus doel zoals het genezen van kanker? Het steunen van risicovolle projecten kan enorme doorbraken opleveren.
6. Werkt u samen met overheden of opereert u onafhankelijk?
Samenwerken met beleidsmakers kan schaalvoordelen opleveren, maar onafhankelijk werken biedt meer flexibiliteit.
7. Hoe gaat u om met innovatie?
Wilt u technologie en data inzetten om de efficiëntie van uw organisatie te vergroten, of wilt u uw filantropie richten op de ontwikkeling van baanbrekende technologieën?
8. Werkt u samen met andere filantropen?
Samenwerken kan de impact vergroten, maar zelfstandig opereren voorkomt mogelijke conflicten.
9. Is uw geefgedrag openbaar of privé?
Publiekelijk geven kan anderen inspireren en transparantie bevorderen, terwijl privé geven vrijheid biedt voor experimentatie zonder publieke druk.
10. Hoe structureert u uw donaties?
Naast directe donaties kunt u ook alternatieve financieringsvormen overwegen, zoals leningen met lange looptijden en lage rentes, die discipline en verantwoordelijkheid stimuleren.
11. Heeft u een raad van bestuur nodig?
Een formele structuur met diverse leden kan zorgen voor objectief toezicht, terwijl een informele aanpak flexibiliteit biedt.
12. Wat is uw exitstrategie?
Wilt u uw filantropische inspanningen binnen een bepaalde tijd afronden, zoals Chuck Feeney deed, of kiest u voor een duurzaam model zoals de Rhodes Trust?
Of u nu een rijke donateur, een politicus, een CEO of een betrokken ouder bent, filantropie raakt ons allemaal. Ik hoop dat deze vragen aanzetten tot diepere reflectie over hoe generositeit maximaal effect kan hebben.
Tekst: Dambisa Moyo | www.project-syndicate.org
Meld je nu aan voor BusinessWise Weekly!
In onze wekelijkse nieuwsbrief vind je het beste van BusinessWise die week. Abonneer je gratis en blijf altijd op de hoogte!