Arbeidsproductiviteit, of kortweg "productiviteit" is misschien wel het meest verwarrende begrip in de economie. Iedereen weet ongeveer wat het betekent: productie, output dus, per eenheid van iets. Per uur, per persoon, of nog iets anders. Als de productiviteit stijgt is dat goed, want dat betekent dat we meer maken met minder inspanning.
De productiviteitsparadox
Maar hoe verhoog je productiviteit? Dat is waar de verwarring begint. De een wil van de 'deeltijdprinsesjes' af, de ander vindt dat de pensioenleeftijd verder omhoog moet en een derde weet zeker dat vooral bij de overheid de productiviteit flink omhoog kan. En allemaal zien ze hun gelijk regelmatig bevestigd door statistici, die al een jaar of veertig constateren dat de productiviteit weliswaar elk jaar een beetje stijgt, maar lang niet zoveel als we zouden mogen verwachten op basis van technologische vooruitgang. Of zoals Nobelprijswinnaar Robert Solow lang geleden al zei: ,,You can see the computer age everywhere but in the productivity statistics" - een uitspraak die bekendstaat als de productiviteitsparadox.
Nationale rekeningen
Het woord ,,statistics", statistieken, in het citaat is interessant. Productiviteit is een statistisch construct. Je kunt het niet zien, je kunt het niet observeren. We berekenen eerst de toegevoegde waarde van een bedrijf, via de methodiek van de nationale rekeningen, en die delen we dan door het aantal mensen dat er werkt. Door bedrijven uit een branche of een regio bij elkaar op te tellen, kun je dan uitspraken doen als: ,,de arbeidsproductiviteit in de bouw is vorig jaar 1,4 procent toegenomen".
De basis zijn dus de nationale rekeningen. Die zijn zo'n honderd jaar geleden bedacht om ongelijksoortige dingen (alles wat we produceren) bij elkaar op te kunnen optellen. De kern van de oplossing is dat we al die producten tegen marktprijzen waarderen - en dat brengt tal van economisch-statistische problemen met zich mee. Niet alle prijzen weerspiegelen werkelijke schaarste, laat staan de werkelijke maatschappelijke kosten. Voor de meeste collectieve goederen en diensten bestaan helemaal geen marktprijzen. Het zijn bekende tekortkomingen, maar er is nu eenmaal geen betere methode.
Is de 'arbeidsproductiviteit' van Groningers gedaald omdat de gaswinning is stopgezet?
Het punt van belang is hier: de statistische arbeidsproductiviteit heeft heel weinig te maken met waar we het eigenlijk over willen hebben, namelijk hoe je meer waarde creëert met minder inspanning. De 'productiviteit' van de Groningers is vorig jaar op papier enorm gedaald, omdat de gaswinning is stopgezet. De 'productiviteit' van de medewerkers van Shell en ING is afhankelijk van de olieprijs, respectievelijk de rentestand, en niet van hoe hard of slim die mensen werken. Dat zijn uiteindelijk de twee manieren om de productiviteit te verhogen: harder werken en slimmer werken.
Steeds meer uit dezelfde sinaasappel persen
Harder werken kent zijn grenzen. Het is steeds meer uit dezelfde sinaasappel persen. Dat houdt een keer op. Toch zijn er talloze bedrijven, van exportslachterijen tot advocatenkantoren, die volgens dit model werken. Omdat het bekend is, maar ook omdat het zo goed aansluit bij ons geloof dat 'hard werken' een deugd is.
Het belang van innovatie
Slimmer werken is lastiger te organiseren dan harder werken. In je eentje slimmer werken, dat schiet niet op; de grote winst zit in slimmer samenwerken - in een slimmere organisatie van de productie, vaak mogelijk gemaakt door nieuwe technologie. Kortom: door innovatie. Omdat innovatie juist niet ,,hetzelfde, maar dan sneller" betekent, wordt het in statistieken soms gemist of onderschat. De productiviteit bij KPN en PostNL is de laatste 25 jaar ongetwijfeld flink gestegen, maar is nog steeds een enorme onderschatting van de groei van het berichtenverkeer in die periode, of van de hoeveelheid communicatie die de gemiddelde postbode kan kopen voor één uur van haar salaris.
Te veel nadruk op productiviteit is slecht voor de productiviteit
Echte groei - meer welvaart met minder moeite - komt niet van harder werken, maar van innovatie. Innovatie gedijt het beste in een omgeving waar mensen de ruimte hebben om af en toe niet productief te zijn, maar iets nieuws uit te proberen. Dat is wat mij betreft de echte productiviteitsparadox: te veel nadruk op productiviteit is op termijn slecht voor de productiviteit.
Efficiency is de postbode steeds harder laten fietsen. Innovatie is de postbode omscholen tot pakketbezorger.
Op plaatsen waar de productie slecht te meten valt, en de individuele bijdrage eraan al helemaal, ontstaat vaak een cultuur waarin ,,druk zijn" de norm is. Wie het druk heeft, is productief. Dat is fnuikend voor innovatie.
Lees ook: Een fulltime werkdag in 6 uur afronden? Dat kan in vier simpele stappen:
Een Ministerie voor OverheidsInnovatie en -Effectiviteit (MOEI)
In dit verband zou ik willen pleiten voor een Ministerie voor OverheidsInnovatie en -Effectiviteit (MOEI). MOEI zou als taak hebben innovatieve en effectieve oplossingen te ontwikkelen voor maatschappelijke vraagstukken. De politiek vertegenwoordigt immers per definitie de belangen van alles wat er al is. MOEI zou met zijn adviezen de stem kunnen zijn van wat er nog niet is. De stem van de vooruitgang.
Van MOEI verwacht ik in ieder geval adviezen over het drugsbeleid en over een onvoorwaardelijk basisinkomen. Maar als ze niet te hard werken, kunnen ze wellicht nog meer waardevols voortbrengen.
Meer BusinessWise? Abonneer je op onze nieuwsbrief!
Ontvang elke donderdag het beste van BusinessWise in je mailbox