Wie herinnert zich nog de film Wall Street van Oliver Stone, waarin Gordon Gekko (gespeeld door Michael Douglas) de beroemde slogan „Greed is Good" bezigde? Dat was toch al tamelijk lang geleden. Om precies te zijn in 1987.
Het was destijds een bijzonder inspirerende film voor mij, want ik was net een Amerikaanse vestiging gestart van mijn eerste bedrijf, Bolesian. Het eerste AI-bedrijf in Nederland, mind you. Destijds was dat al tamelijk spectaculair en tegenwoordig - nu de meeste mensen denken dat AI iets nieuws is - is het helemaal ongelooflijk dat er in 1985 al een succesvol AI-bedrijf in Nederland was.
Enfin, wij waren gestart met activiteiten in Stanford (Silicon Valley) en in Cambridge, Massachusetts. Daar was innovatie duidelijk sexy, geld kwam daarna. Iedereen wilde grootse successen behalen met hun business en daardoor rijk worden. Maar de algemene gedrevenheid was technologie.
Een bedrijf opzetten dat iets voorstelde voor de wereld was eerlijk gezegd niet zo aan de orde. Los van het feit dat de techneuten natuurlijk wel idealistisch bezig waren. Zo wilde Bill Gates iedereen aan de computer helpen en was ook Steve Jobs aardig op weg om een kleine computer voor iedereen te bouwen. Dat waren pas idealen.
De innovatie was toch ook wel gedreven door het idee dat de wereld er enorm veel mee zou opschieten als iedereen over een computer kon beschikken. Destijds, eind jaren 80, sprak nog niemand over een supercomputer in de vorm van een telefoon in je zak hebben. Daar kwam Steve Jobs pas in 2007 mee. Spectaculair overigens om dat te bedenken. En natuurlijk was het de ambitie van Steve om de wereld daar echt een beetje beter mee te maken.
Dat was toen: ondernemers met een droom. Waarmee ze vaak overigens erg rijk werden. Maar het begin was de droom.
Het is platgeslagen helemaal niks meer of niks minder dan van veel geld nog meer maken
De armoede van private equity
Neem daar tegenover de armoede van private equity van vandaag. Daar gaat het echt helemaal over niks anders dan „Ik ben rijk en ik wil meer". Natuurlijk onder het mom van het beter en efficiënter maken van bedrijven, want daar schiet de wereld toch wel erg veel mee op.
Bullshit, zou ik zeggen. Het is platgeslagen helemaal niks meer of niks minder dan van veel geld nog meer maken. Spreadsheet-cowboys analyseren markten, sectoren en bedrijven om te zien waar met de nodige efficiency-trucs een hogere winst te behalen is. Liefst binnen 5 jaar, want dan moet het gekochte bedrijf, inclusief de opgebouwde schulden, doorverkocht worden aan een andere private equity partij, die dezelfde truc gaat uithalen.
En wat te doen als private equity succesvol is en er veel geld verdiend is? Tja, wat dan. Nou, gewoon een nieuw fonds en wederom streven naar meer geld. De armoede ten top. Het gaat echt helemaal nergens over. Er is geen enkel idealisme of ambitie iets voor te stellen waar de wereld wat aan heeft.
Lees ook: Lege titels, volle ego's: als iedereen CEO is, is niemand het meer
De vastgoedtruc
Het is te vergelijken met de platte project ontwikkelaars in vastgoed. Ook zo'n simpele truc die zo oud is als de weg naar Rome.
Men kope (of liever neme een optie op) een stuk grond, zoekt een bedrijf dat op die plek een bedrijf zou willen huren voor 10 jaar, zoekt een belegger die dat pand plus huurder wil kopen en klaar is kees. Dat is de echt simpele truc die inmiddels duizenden keren herhaald is in Nederland waardoor er een giga vervuiling is ontstaan van leegstaande panden, logistieke kubussen langs snelwegen en onbenutte kantoren.
Zelfs de partners van KPMG ontdekten die truc. Ze zegden hun huur aan hun prachtige pand aan de A9 op, streken 1 km verderop neer met een nieuw pand, tekenden 10 jaar huur en verkochten hun kantoor plus huurcontract aan een belegger. Met een fenomenale winst, waardoor de partners gemiddeld blijkbaar 500.000 euro de man in hun zak konden steken. „Greed is Good" was de slogan bij de partners. Overigens nog steeds.
Zowel de projectontwikkelaars met hun simpele truc als de private equity bedrijven voegen echt werkelijk helemaal niks toe aan de wereld. Wel aan zichzelf, want „Ik ben rijk en ik wil meer" is verslavend.
Vaak vraag ik me af waar die zucht naar meer en meer dan vandaan komt. En bovendien vraag ik me af of alle ondernemers zo zijn. En als je je in die vragen verdiept, zie je toch merkwaardige en opvallende verschillen. En gelukkig zijn niet alle succesvolle ondernemers verslaafd aan meer.
Een paar belangrijke verklaringen voor de zucht naar meer en meer zijn de dopamine, de verslaving die telkens meer geld oproept, de hoop beter te zijn en meer te hebben dan anderen en de angst om alles te verliezen. Angst, de zucht naar erkenning en hebzucht zijn de grootste drifveren, daar is veel onderzoek naar gedaan.
Het niet erkend worden als een echt belangrijk persoon is een veel voorkomende frustratie onder rijke mensen die verder niks doen met hun geld dan het vermeerderen
Niemand zal je missen
Want veel geld, het hebben van de grootste verzameling Bugatti's in de wereld, een of meer private jets, 3, 4, 5 of meer huizen, luxe in het Disney-paradijs Dubai, niks van dat alles stelt iets voor. Het is allemaal echt niks. Je hebt het en je gaat dood. De wereld heeft niks aan je gehad en je laat niks na. Niemand zal je echt missen.
Het niet erkend worden als een echt belangrijk persoon is een veel voorkomende frustratie onder rijke mensen die verder niks doen met hun geld dan het vermeerderen. Waar wel immens ontzag en bewondering voor is zijn de mensen die denken dat hun rijkdom niet echt hun verdienste is. Want dat is het zelden of nooit namelijk.
Rijk worden is het handig exploiteren van de samenleving die al eeuwen een structuur heeft opgebouwd waar jij je producten of diensten in kwijt kunt. Een samenleving die al vaak duizenden jaren kennis, infrastructuur, internet, scholen, universiteiten, rijkdom, ziektezorg en dergelijke heeft opgebouwd. Met geld van de gemeenschap. Belasting noemen we dat.
En in die infrastructuur die nooit gefinancierd is door de slimme ondernemer, maar opgebouwd en betaald is door de gemeenschap, verdienen wij ons geld.
Om die reden maken de echt indrukwekkende ondernemers als Yvon Chouinard (oprichter van Patagonia) en Bill Gates de observatie dat hun rijkdom eigenlijk niet van hen is, maar van de gemeenschap. Het is niet ik, maar wij.
Yvon Chouinard vindt dat hij de wereld iets verschuldigd is en geeft dus zijn hele bedrijf terug. Bill Gates vindt hetzelfde en geeft het grootste deel van zijn vermogen terug aan de wereld die daar een beetje beter van wordt.
En ook in Nederland kennen we ondernemers die snappen waar ze hun rijkdom aan te danken hebben en dat ze als onderdeel van de natuur (de wereld) verplicht zijn daar een positieve bijdrage aan te leveren.
De families die AFAS opgericht hebben, Mars en Van der Veldt, vonden dat ze genoeg hebben en geven 30 procent van hun aandelen (gewaardeerd op 600 miljoen) weg aan goede doelen.
Raymond Cloosterman, oprichter van Rituals, geeft jaarlijks 10 procent van de winst weg. En zo zijn er ondernemers die echt iets voorstellen in de wereld en daarmee geweldig bewonderd worden.
Er komt een moment dat genoeg genoeg is
Het is niet zo dat ik vind dat een succesvolle ondernemer al zijn vermogen weg hoeft te geven. Maar er komt een moment dat genoeg genoeg is en dat een ondernemer zich moet realiseren dat hij/zij een verplichting heeft naar de wereld die de rijkdom mogelijk gemaakt heeft.
Het teruggeven aan die wereld en alleen al de gedachte dat dit mooi en goed is verandert het ondankbare „Ik wil meer" in een ondernemer die daadwerkelijk iets voorstelt, iets betekent.
De erkenning is er voor die mensen die geven en de graaiers zullen eenzaam en niet herinnerd de wereld verlaten.
Ontvang elke week het beste van BusinessWise in je mailbox. Schrijf je hier nu gratis in: