Niets is voorspelbaar. Toch blijven bedrijven vasthouden aan het idee van lineaire snelheid. Alsof ze hun toekomst veilig denken te stellen door harder te lopen in één richting: een doel. Maar de wereld beweegt niet lineair. Niemand kan precies voorspellen hoe de wereld er binnen het jaar aan toe zal zijn, laat staan binnen 5 jaar. Het doel vandaag is morgen misschien niet langer relevant.
Rik Vera is auteur, businessfilosoof en keynote spreker over innovatie, leiderschap en de toekomst van organisaties. Hij helpt bedrijven om los te komen van oude patronen en nieuwe waarde te creëren in een wereld die radicaal verandert. Rik is is een van de sprekers bij Sprekershuys.
Jack Welch zei ooit: „If the rate of change on the outside exceeds the rate of change on the inside, the end is near." Die zin is pijnlijk waar, maar wordt vaak verkeerd begrepen. De meeste bedrijven lezen er enkel in dat ze moeten versnellen.
Ze sprinten, omdat ze te lang stil stonden bij wat was en omdat ze de wereld zagen voorbij razen en dachten: die moeten we inhalen. Maar na elke sprint volgt onvermijdelijk weer stilstand. Men is uitgeput, buiten adem, en vaak merkt men dat men in de verkeerde richting is gesprint. Even op adem komen, en dan weer een nieuwe sprint. En dan weer op adem komen en merken dat de wereld dat niet doet. Die raast gewoon verder. Dus weer sprinten. En weer en weer. Tot de organisatie opbrandt en zucht: „We kunnen niet meer."
Jack Ma begreep dat. Bij Alibaba is innovatie geen sprint, vertelde hij, maar een natuurlijke staat van zijn.
Rik Vera
Jack Ma begreep dat. Bij Alibaba is innovatie geen sprint, vertelde hij aan het management van een Europees topbedrijf, 11 jaar geleden, maar een natuurlijke staat van zijn. „Wij innoveren allemaal de hele tijd" zei hij. Geen sprints dus, maar voortdurende beweging op het ritme van de buitenwereld.
Lees ook: Het geheim van een goede strategie: 'De sleutel is altijd de mens'
De Drie Dozen-methode
Om dat ritme te vinden, ontwikkelde ik voor mijn sessies bij London Business School de Drie Dozen-methode. Die lijkt kinderlijk eenvoudig, maar legt haarfijn bloot waarom zoveel bedrijven hun ritme verliezen en wat eraan te doen. Drie dozen: rood, oranje en groen. Meer niet.
De rode doos is de doos van wat je te laat zag. Van gemiste golven. Van markten die intussen bezet zijn, kansen die verdampten, technologieën die elders volwassen werden. Alles wat „had gekund, maar niet meer kan, tenzij na een harde sprint." Het is de doos die komt door de stilstand, het is de doos van het achteraf-besef. Elk bedrijf heeft er één. De kunst is er uit te leren. Hoe komt het dat we te laat zijn en u alle tijd en energie moeten stoppen in wat we innovatie noemen, maar eigenlijk een wanhopige inhaal sprint is. Hoe kunnen we die doos zo leeg mogelijk te houden en tijd en ruimte te maken voor de andere dozen. Wat meteen ook de remedie is.
De groene doos is die van de vroege signalen. Dingen die zich aandienen aan de rand van je blikveld. Nieuwe technologieën, veranderend consumentengedrag, politieke verschuivingen, sociale golven. Ze zijn er nog niet helemaal, maar ze rimpelen al in de lucht. De meeste bedrijven kijken eroverheen omdat ze te druk bezig zijn met hun rode doos: brandjes blussen, schade herstellen, deadlines halen.
En dan is er de oranje doos; het hart van de echte innovatie. Hier experimenteer je met de signalen die uit de groene doos komen, maar waarvan je voelt dat die vroege signalen ineens helder gaan klinken en misschien de volgende grote golf worden. Je gaat aan de slag. Nog zonder businessplan, zonder KPI's, zonder ROI. Die probeer je te ontwikkelen. Je probeert, verkent, voelt. Niet in een sprint, maar in flow. Hier ontstaat echte innovatie: vroeg, maar nog tijdig. Niet reactief, maar anticiperend. Echte innovatie belandt in de rode doos van de concurrentie en betekent dus dubbele winst.
De kracht van deze oefening schuilt in haar eenvoud. Probeer het. Zet drie dozen op tafel, letterlijk. Vraag je team: wat hoort in rood, wat in groen, wat in oranje? In minder dan een uur voel je de cultuur van je organisatie kantelen. De rode doos vult zich snel: alles wat niet lukte, wat te laat werd gezien. Daar doet het pijn en pijn is… pijnlijk zichtbaar. De groene blijft eerst leeg. Is lastig. We zijn dat soort perspectief niet gewend. Het is een spier die je moet trainen. En oranje? Die is, eens je aan de slag gaat, spannend en best leuk.
Ritmische beweeglijkheid
De Drie Dozen dwingen organisaties om van lineaire snelheid naar ritmische beweeglijkheid te gaan. Niet langer sprinten van crisis naar crisis, maar schakelen tussen observeren, experimenteren en implementeren. We leven in een tijd waarin verandering in steeds meer tegen elkaar opboksende en steeds heftigere golven komt. AI is daarvan het perfecte voorbeeld. Twee jaar geleden was het nog groen. Vandaag is het oranje en volgens sommigen al rood.
Wie wacht tot verandering voelbaar is, rent altijd achter de feiten aan
Rik Vera
Wie wacht tot verandering voelbaar is, rent altijd achter de feiten aan. Wie de Drie Dozen oefent, leert verandering aanvoelen. Want dat is het geheim van ritme: het gaat niet over snelheid, maar over gevoeligheid. Over het vermogen om te luisteren naar de buitenwereld, niet pas wanneer die schreeuwt, maar wanneer die fluistert. Bedrijven die de Drie Dozen omarmen, worden geen sprinters maar surfers. Ze surfen op de golven van verandering en het ritme van de buitenwereld. Ze anticiperen. Ze corrigeren. Ze blijven in beweging, zonder uitgeput te raken. En dat maakt ze toekomstbestendig.
Lees ook: Waarom B2B-marketeers de 'strategie van de kreeft' moeten kennen
Ontvang elke week het beste van BusinessWise in je mailbox. Schrijf je hier nu gratis in: