Nieuws

Eerste loonstrook 2025 positief voor meeste werkenden: metaal & techniek en bouw aan kop

Loonstrook 2025. Foto: Shutterstock
Foto: Shutterstock
Leestijd 4 minuten

Een medewerker in de metaal & techniek ziet 11 euro meer op zijn eerste loonstrook van 2025, terwijl de toename in de bouw 53 euro per vier weken bedraagt. Dit blijkt uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP.

De belangrijkste reden dat er onderaan de streep voor de meesten meer geld overblijft, is een lager belastingtarief in de eerste schijf die loopt tot en met een jaarinkomen van 38.441 euro. In de zorg wordt er bij een modaal inkomen 39 euro meer bijgeschreven op de bankrekening. Voor de transportsector geldt een toename van 40 euro en bij de overheid stijgt het nettobedrag met 41 euro. In de algemene sector, waar geen rekening wordt gehouden met pensioenpremies, gaat het bedrag met 56 euro omhoog.

Door wijzigingen in de heffingskortingen gaan werknemers met een brutoloon tussen 1.000 en 2.000 euro per maand er op achteruit

Korting op pensioenpremie positief voor loonstrook

Werknemers in de metaal & techniek kregen tot 2025 een korting van 50 euro per maand op de te betalen pensioenpremie. Conform de cao-afspraken nam de werkgever dit deel van de premie voor zijn rekening. Deze compensatieregeling vervalt per 2025.

Hierdoor betaalt de werknemer weer zelf het volledige werknemersdeel van de pensioenpremie. De stijging van het nettoloon, 11 euro, valt hierdoor lager uit dan in andere sectoren. Een werknemer in de bouw met een modaal inkomen betaalt dit jaar juist minder pensioenpremie en houdt 53 euro meer over.

LEES OOK Loonkloof toegenomen: 'Gelijk belonen, dan word je aantrekkelijkere werkgever'

Loonstrook metaal & techniek en bouw uitschieters

Door wijzigingen in de heffingskortingen gaan werknemers met een brutoloon tussen 1.000 en 2.000 euro per maand er op achteruit. In het algemeen zijn dit mensen die in deeltijd werken. In de metaal & techniek krijg je bij een brutoloon van 2.000 per maand 72 euro minder per maand dan afgelopen jaar.

In de algemene sector is de achteruitgang 32 euro. Bij de overheid daalt het bedrag met 27 euro, in de transportsector 25 euro en in de zorg & welzijn 24 euro. Uitzondering op de regel zijn de werknemers in de bouw. Die gaan er per vier weken juist 28 euro op vooruit.

Werkgevers zijn opnieuw meer kwijt dan het voorgaande jaar aan werknemers die twee keer modaal verdienen

Werkgeverslasten: stijging of daling?

Waar de werkgeverslasten vorig jaar voor werknemers met een modaal inkomen in alle sectoren gedaald waren, is dat dit jaar niet het geval. In de transport en zorg & welzijn stijgen de lasten namelijk licht met respectievelijk 1 en 8 euro. In de algemene sector, waar geen rekening wordt gehouden met pensioenpremies, bedraagt de toename 11 euro.

Werkgevers zijn opnieuw meer kwijt dan het voorgaande jaar aan werknemers die twee keer modaal verdienen. In de bouw en transportsector lopen die bedragen op tot 149 en 150 euro. De werkgeverslasten bestaan uit onder andere premies werknemersverzekeringen, bijdrage Zvw en pensioenpremies.

LEES OOK Deel van je pensioen in één keer opnemen: verstandig of niet? Houd met deze punten rekening

Premies werknemersverzekeringen omhoog

De premies voor de werknemersverzekeringen stijgen, maar de Zvw-bijdrage daalt. Het maximumbedrag waarover de premies en bijdrage worden berekend wordt verhoogd. Dit heeft vooral invloed op de werkgeverslasten voor werknemers met een brutoloon vanaf 6.000 euro per maand.

Bij een brutoloon van twee keer modaal betaalt een werkgever in de zorg & welzijn per saldo 98 euro meer. In de transportsector gaat het om 92 euro extra in vergelijking met 2024. De toename voor werkgevers in de metaal & techniek bedraagt 81 euro, bij de overheid is dat 76 euro, in de bouw 74 euro en in de algemene sector is dat 83 euro.

Wijzigingen in de pensioenpremies, franchises en maximum grondslagen zorgen voor verschillen in de werkgeverslasten per sector

Wisselend beeld pensioenpremies

Wijzigingen in de pensioenpremies, franchises en maximum grondslagen zorgen voor verschillen in de werkgeverslasten per sector. Zo zorgt een hogere franchise, het deel van het loon waarover geen pensioen wordt opgebouwd, ervoor dat werkgevers in de zorg & welzijn en bij de overheid - vanaf een bruto-inkomen van 2.250 euro per maand - minder pensioenpremie betalen.

In de bouw en transportsector is ook minder premie verschuldigd voor werknemers met een modaal inkomen. Maar, door een hogere grondslag, waarover in een basisregeling maximaal pensioen opgebouwd kan worden, moet voor bijvoorbeeld twee keer modaal verdienende werknemers wel meer premie worden betaald dan vorig jaar. Zo gaat het in de bouw om 80 euro meer per werknemer per vier weken en stijgt het bedrag in de transportsector met 56 euro.

LEES OOK: Zo ziet je eerste loonstrook van 2025 er uit

Meer BusinessWise? Abonneer je gratis op onze Weekly!

In onze wekelijkse nieuwsbrief vind je het beste van BusinessWise die week. Abonneer je nu gratis en blijf altijd op de hoogte.